Laten we de politici eens opdelen in een A-stroom en een B-stroom

Op 1 september zette ik mijn kind voor het eerst af aan de kleuterschool. Doorgaans probeer ik alle berichtgeving over die eerste schooldag te vermijden: de voxpops met kinderen, ouders en leerkrachten over hoe spannend ze het vinden, de vele artikels over het falende beleid omtrent het vervoer voor leerlingen in het bijzonder onderwijs, over het structurele lerarentekort, over de lege of ongezonde brooddozen … Zoveel spanning en leed komt te dichtbij en brengt akelige herinneringen naar boven.

Deze keer volgde ik het nieuws met argusogen en ik werd al snel kregelig. Zo was er het bericht dat Ruth Lasters ontslag nam als een van de Antwerpse stadsdichters na een conflict met schepen van Cultuur Nabilla Ait Daoud. De hetze ging over een gedicht dat de opdeling tussen de A-stroom en de B-stroom in het onderwijs aanklaagt. In een opiniestuk daarover zegt Lasters terecht dat die ‘onpedagogische opdeling een symptoom is van een maatschappij die systematisch de loftrompet steekt over cognitieve intelligentie en haar neus ophaalt voor technisch vernuft en handvaardigheid’. Lastige Lasters, die zelf ruim twintig jaar voor de klas staat en het gedicht samen met zogenoemde B-stromers schreef, moest maar in de politiek gaan als ze zich iets aantrok van het onderwijs, vond Ait Daoud. Een flauwe sneer van de schepen. We hébben immers al een minister van Onderwijs. Alleen faalt die sinds zijn aantreden over de hele lijn. Wie beleid maakt, moet kritiek durven te aanvaarden.

Ik ben nooit onder de indruk geweest van minister Ben Weyts (N-VA). Zijn plan om het lerarentekort op te vangen? Inzetten op flexi-jobs, een systeem dat werd opgezet om tijdens momenten van grote drukte snel te kunnen schakelen, niet om een aanslepend probleem duurzaam op te lossen. De schrijnende verhalen over het vervoer van leerlingen uit het bijzonder onderwijs zijn ook al jaren bekend. Ik heb er het raden naar waarom de minister niet ambitieuzer is in het bekleden van zijn ambt.

Het is duidelijk dat er iets grondig schort aan onze beleidsmakers en aan de manier waarop ze de samenleving vormgeven. Waarom dulden we hun gedrag eigenlijk nog? Misschien moeten we de rollen omkeren en eisen dat alleen A-stroom-beleidsmakers nog mogen besturen. A-stroom-politici moeten humaan beleid voeren, empathisch zijn en rekening houden met de kwetsbaarheden van de mensen voor wie ze werken. Ook belangrijk: ze begrijpen dat hun beslissingen de levens van honderdduizenden mensen beïnvloeden en in een bepaalde richting kunnen sturen. En wie als A-stroom-beleidsmaker faalt, moet terugkeren naar de schoolbanken, dus zorgen ze er maar beter voor dat het onderwijssysteem excelleert.

(Deze tekst verscheen eerder in De Standaard.)

Vorige
Vorige

Een fout spelletje woke-stoken

Volgende
Volgende

Een zacht kussen om op te landen