Een fout spelletje woke-stoken

Handjes in de lucht als je niet had verwacht dat de eerste aflevering van De tafel van vier zó snel zou vervellen tot een rondje zo veel mogelijk het n-woord zeggen. De aflevering was middelmatig, en verschilde dus niet veel van andere talkshows. Tot we bij hét onderwerp van de avond kwamen. Toen zakte het niveau nog lager, richting onderbuik.

Is het niet opvallend dat talkshows experts uitnodigen als het gaat over de energiecrisis, het onderwijs, of oorlog, maar daar niet aan denken wanneer ze het over discriminatie willen hebben? Waarom niet iemand aan tafel krijgen van Furia, Çavaria, Rosa, Kif Kif? Omdat zij niet zouden deelnemen aan het spelletje woke-stoken dat gisteren op live televisie gespeeld werd, maar het over structurele discriminatie en machtsverhoudingen zouden hebben? Zou zomaar kunnen. Stel je voor dat ze ook nog eens mogelijke duurzame oplossingen op tafel zouden leggen.

God nee, dan liever iemand uitnodigen die in het dagelijkse leven vooral fictie schrijft. Scenarist en columnist Raf Njotea werd opgevoerd als spreekbuis van de onbestaande woke-beweging en moest antwoorden op de meest ridicule vragen. Presentator Gert Verhulst gooide er ook nog eens een paar keer het n-woord tegenaan en wachtte tot hij ineen zou krimpen.

Njotea schrijft af en toe opiniestukken over discriminatie, misschien werd hij om die reden voorgesteld als ‘trotse woker’. Maar wat zou ik graag willen zien dat mensen uit ondervertegenwoordigde groepen worden uitgenodigd vanwege onze expertise, en niet langer om onze (deel)identiteit te moeten verantwoorden. Heel jammer, want Njotea is niet alleen een succesvol scenarist, hij maakte met Ouder ook een van de strafste podcasts van het voorbije jaar. Die podcast werd onlangs nog genomineerd voor de prestigieuze Prix Europa. Wat een gemiste kans voor De tafel van vier, voor de kijkers en voor hemzelf dat hij daarover niets mocht vertellen.

Die verantwoordelijkheid ligt niet alleen bij de redacties van talkshows, maar ook bij de gasten zelf. Misschien dacht Njotea dat hij een bijdrage zou kunnen leveren aan een constructief gesprek. Misschien was hij ervan overtuigd dat ze zouden luisteren en van hem zouden leren.

Toch vind ik dat mensen uit ondervertegenwoordigde groepen best selectiever mogen worden in de gesprekken waarop ze ingaan. Zo hoeven we niet aan te horen dat een vervoersmaatschappij ‘zwartrijden’ niet meer zou gebruiken, of dat ‘kerstmarkt’ wordt vervangen door ‘wintermarkt’. Jeetje. ‘Wie vraagt daar eigenlijk om?’ vroeg Gert Verhulst zich gespeeld verbaasd af. Njotea’s repliek bracht geen soelaas, want het antwoord is: niemand. Dat is de kracht van het woke-spook.

(Deze tekst verscheen eerder bij De Standaard.)

Vorige
Vorige

Een knieval voor uiterst rechts

Volgende
Volgende

Laten we de politici eens opdelen in een A-stroom en een B-stroom